zondag 8 april 2018

Onze voorgangers (13)

Jac. P. Thijsse maakte zijn tochten vanuit Amsterdam. In 1877 verhuisden zijn ouders vanuit Woerden naar Amsterdam. Hij wordt daar later onderwijzer. En zet zich in voor het behoud van de natuur. Dat veel Amsterdammers de weg naar de Zuiderzee niet kennen  heeft volgens hem een bijzondere reden. De weg daar naar toe was vroeger langs de vuilnisbelt die ondraaglijk stonk. In zijn tijd ging het nog tussen een begraafplaats en een abattoir door. Maar de plannen zijn goed, er wordt daar op korte termijn een park aangelegd. Tussen de Joodse begraafplaats en het Nieuwe Diep, Thijsse heeft zich hier persoonlijk voor ingezet. In zijn jonge jaren zwierf hij er altijd rond. Het zwemwater daar werd door de oude Amsterdammers aangeduid met het Zuidersopje. Naast speelterrein was het ook studieveld en stonden er de mooiste planten. Als je de rechten Zeeburgerdijk hebt afgewandeld en de Rijnkanaalbruggen gepasseerd  heb ligt de Zuiderzee voor je open. Aan de overkant lokken Durgerdam en Ranswoude. Een goede tien minuten verder staat Thijsse voor het  Gemeenlandshuis. Hij omschrijft het als "een deftig zeventiende-eeuwsch heerenhuis, dat we eerder aan verwacht zouden hebben op de Heeren- of Keizersgracht dan hier aan zee. Het huis was tweeënhalve eeuw het onderkomen van het ‘Hoogheemraadschap van den Zeeburg en Diemerdijk’. Dit waterschap of hoogheemraadschap beheerde de dijk van de Zuiderzee tussen Amsterdam en Muiden. Boven de gevel de latijnse spreuk Hic de Freti Batavi - Furore Arcendo - Agris tuendis agitur. Niet door gehinderd door enige kennis van Latijn sprak de Amsterdamse jeugd hier over "het huis van hier vreet ik Batavieren".

Vanuit de stad is Thijsse ook de ander kant op geweest. Wandelingen met Monnickendam of Edam als doel. Met de havenboot steekt hij het IJ over naar Schellingwoude, dat zo rond 1912/1914 de grote Zuiderzeepoort voor Amsterdam is. Een drukte van belang maar als je de Waterlandsche Zeedijk betreedt, kom je in de stilte. Een wazig waterland met al zijn dorpen. Durgerdam is er één van. Precies 1 kilometer lang. Een aardig vissersdorp met een haven, werven en een taanderij. Samen met zijn huisjes is het even schilderachtig als Volendam. De bevolking van het dorp loopt er niet in een opzichtige kostuum. Volgens Thijsse zie je daar daarom nooit een Amerikaan en maar zeldzaam een Amsterdammer.

 Gemeenlandshuis bij Amsterdam

 Vuurtoren bij Durgerdam

 Kerkstraatje te Durgerdam

 Kaart - Bonnebladen 1902 - 1925 (kaart.cc)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten