zaterdag 30 maart 2019
Onze voorgangers (15)
Jac. P. Thijsse laat Edam en ook de verhalen over Edam achter zich en stapt stoutweg naar de haven. Ze willen langs de zee naar Hoorn. Een wandelingetje van drie en een half uur. Ze lopen door de ruimte. Links het groene land en rechts de zee. Met ongeveer om elke kilometer een braak. Tussen paal 8 en paal 7 heeft de braak zelfs een "ijselijken" naam. De Moordenaarsbraak. De naam is erger dan het lijkt schrijft hij. Na Warder komen ze in het gebied waar vroeger het Beemstermeer vlak bij de Zuiderzee kwam. Bij Schardam passeert Thijsse de sluizen. Nu voor de afwatering van wat polderwater. De uitwatering van Kennemerland. Voorbij Lutjeschardam gaat het langs de eigenlijke Hoornsche Hop. In het buitenlandje, de strook land tussen de dijk en het water, hebben ze weer kans op allerlei watervogels. Hij heeft daar wel eens een vlucht van tweehonderd kemphaantjes gezien. Het is moeilijk voor de op goed op te letten om alles om hen heen. De stad Hoorn ligt hier zoo mooi voor ons, dat we nergens anders oog voor hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten