Stavoren - Ruigahuizen
De avond ervoor wordt er nog even getwijfeld, er wordt onstuimig weer verwacht, blazen we het af of . . . . En we gaan, we zien het ook wel weer als een uitdaging. In de beschutting van een rij huizen drinken we aan de oude haven een kop koffie. Tegenover ons ligt het station waar Thijsse destijds met de boot aankwam. De gracht in de binnenstad waar de kinderen met bootjes voeren lag droog. Er staat een stevige wind, kracht 8 tussen zuid en zuidwest in. Als we achter de beschutting bij het IJsselmeer aankomen krijgen we de volle laag. We lopen via het sluizencomplex en het gemaal naar de dijk en lopen over de kruin. De wind doet verwoede pogingen om ons onder te krijgen, het lukt hem niet. Stug lopen we door, klimmen over de hekken en genieten van het uitzicht. Dan komt het Rode Klif in zicht. Exact zoals Thijsse omschrijft, de groene heuvel is verre van rood en glooit zacht naar het water aan de voet. Bovenop de geweldige steen met de lijfspreuk van de vrije Friezen uit 1345. De herinnering aan de slag bij Warns toen de Friezen korte metten maakten met de Hollanders die het gemunt hadden op Friesland en het rijke Stavoren. We volgen vanaf hier de weg langs de dijk en zien vrij snel Laaksum liggen. In 2012 werd daar de 100 jarige verjaardag van dit kleine haventje gevierd. Het was tientallen jaren een nuttige vluchthaven voor de vissers van Laaksum. We lopen verder richting Mirns en Bakhuizen. Vanaf de dijk hebben we het zicht op de uitgestrekte rietvelden van de Mokkebank. Bij de vogelkijkhut nemen we een kijkje over de zandbank die geheel verlaten is. Geen vogel te bekennen.
Na Bakhuizen gaat het naar het Rijsterbos. Het is nog steeds droog. We verbazen ons over de glooiende weiden die we zien. Hier begint het wat te miezeren. Door het fraaie bos heen waar we door een fietsende voorbijganger gewezen worden op de Steenkist, een voormalig graf gebouwd door mensen uit de trechterbekercultuur. Het werd in 1849 door een bosarbeider gevonden. Langs de rand van het bos lopen we door. Even voorbij Rijs houd de regen op.
Over de Oude Balksterweg vervolgen we onze tocht. Langs het pad liggen de gekapte douglassparren. Het gevarieerde bos was aanvankelijk beplant met eikenhakhout. Eind 19e eeuw is omgezet in een opgaand bos met o.a. naaldhout. Bij de Sminkevaart steken we het water over via de Schaarslijpersbrug, vernoemd naar de rondtrekkende ambachtsman die als eerste de brug passeerde. We komen uit bij Kippenburg, Jac. P. Thijsse schrijft dat het vol is en dat hij daar geen onderdak kan krijgen. Bij de bouw van het huidige huis in 1834 was het aanvankelijk een kippenboerderij. Later werd het gebruikt als café en logement. Even verder slaan we rechtsaf de Boekesingel in. Een prachtige laan met beuken. De oude beuken zijn stuk voor stuk voorzien van inscripties van verliefde stelletjes.
We eindigen de tocht bij het kerkhof van Ruigahuizen. Boven in de klokkenstoel hangt een klok uit een gesloopte kerk uit Leeuwarden. Zijn oude voorganger is in 1975 spoorloos verdwenen.